Tijdens de vrije bindavonden wordt er door oze leden nogal wat gekeuveld over het voorbije seizoen en plannen gemaakt voor het nieuwe seizoen. De herinneringen aan de gevangen vissen; hoe; waar; met wat etc. vormen dan vaak het gespreksonderwerp. De nodige pintjes zorgen er dan wel voor dat het formaat van de vissen naargelang de avond vordert groter worden. Hier is het woord visserslatijn uitgevonden.

Benny en Johan die na onze eerste gezamelijke zeeforeltrip de smaak goed te pakken hebben en blijkbaar aan Funen leuke herinneringen hebben mengen zich in het gesprek en al snel ontstaan de eerste plannen om het in de lente op Funen nog eens te gaan proberen.Dit vraagt natuurlijk weer een andere aanpak wat betreft vliegen. Ik stel voor om tijdens twee vrije bindavonden wat voorjaarsvliegen te strikken, waaronder de bekende voorjaarsvlieg “Føns Terror” ; “Polar Magnus” een wintervlieg die het in het voorjaar ook wel eens goed blijkt te doen en last but not least “Onzichtbare” mijn favoriete najaarsvlieg in een grotere versie. Zij houdt het midden tussen een garnaal en Streamer en kan ook een immitatie zijn van een stekelbaarsje.

Vacantiehuisje en camping worden vastgelegd, en op 10 april en sta ik voor 10 dagen op een mooi gelegen camping met een prachtig uitzicht op het viswater. Wat wens je als visser nog meer? Een dag later hebben ook Johan en Benny hun intrek genomen in hun vacantiehuisje. De uitrusting van hun huisje was niet helemaal wat ze gewend waren van de vorige visvacantie op noord Funen en beslist onder de standaard van Denemarken; maar daar heb je niet altijd zicht op als je reserveert. Ons actieterrein is ZW-Funen wat zich situeert tussen Middelfart en Helnæs wat door de grillige kust met vele inhammen en fjorden vele kilometers viswater betekent.

De lente heeft heel wat te bieden aan de zeeforelvisser die net als de riviervisser er naar hunkert om in het begin van het seizoen zijn vliegenlijn te strekken en zijn eerste vis te drillen. Tijdens de winter hebben de zeeforellen het wat moeilijk om aan voedsel te komen; en waarbij de kombinatie van zeer koud zeewater en zoutgehalte nog een bijkomend negatief effect heeft. Vandaar dat veel zeeforel tijdens de winter zich in scholen verzamelen in het zoetere water van de fjorden. In deze omstandigheden kan je in de wintermaanden December; Januari en Februari vaak grote scholen “ Groenlanders” aantreffen in de ondiepe fjorden. Groenlanders is de naam die de Denen geven aan kleinere zeeforellen (tussen 40 en 50 cm) Deze vissen weten ook dat tijdens de lente het water door de eerste zonnestralen hier het eerste opwarmt en hier dus snel het eerste voedsel aanwezig is onder de vorm van garnaaltjes, vlokreeftjes, zagers die soms in maart/april massaal aanwezig zijn en op dat ogenblik vrij zwemmen in open water vanwege de paai. Klein voedsel betekent ook kleine visjes zoals stekelbaars, zandspiering en haring, die op zich weer een voedselbron zijn voor grotere vissen zoals de zeeforel.

Het is dus zaak in het voorjaar ook je ogen de kost te geven om deze plekken te ontdekken. In het voorjaar kan 1 gr. temperatuursverschil het verschil zijn tussen vangen en niet vangen, zodat ook een waterdichte gevoelige waterthermometer een handig instrument kan zijn. Veel zoeken en stekken wisselen is vaak de sleutel tot succes. Eenmaal de vis ontdekt is het afhankelijk van de weersomstandigheden vaak niet meer zo moeilijk om de zeeforel tot bijten te bewegen, gezien zij na het schaarse voedselaanbod van de voorbije winter vaak hongerig zijn.

Zaterdag 11 april worden de eerste lijnen gestrekt onder een stralende zon en staalblauwe hemel, het zuchtje wind laat nauwelijks een rimpel verschijnen en moest de middagtemperatuur geen 15 gr aanduiden zou je je eerder in zuid Spanje wanen. Leuk weer om te vissen maar niet echt de omstandigheden waar de zeeforelvisser zit op te wachten om zijn supervangst te realiseren. Resultaat met de schamele vangst van één enkel forelletje van ca. 35 cm moesten we ons tevreden stellen. Na wat overleg besluiten we om s’anderdaags op een andere stek te vissen.

Ålehoved is een vooruitspringende landtong in de buurt van Føns. Een moeilijke boer maakt het ons lastig om de visstek te bereiken door overal op de toegangswegen “Privat” te plaatsen. Er zit niets anders op dan onze fietsen een eind verder te plaatsen en een flinke voettocht van een klein half uurtje over het strand in te lassen. Gelukkig genieten we van het prachtig uitzicht over de fjord. De stek ziet er veelbelovend uit en de ZO- wind is wat toegenomen zodat er nu wel een mooie golfslag is. We verdelen ons over de stek, waar het door de aanwezigheid van dikke keien niet makkelijk waden is, waardoor ik mij wijselijk beperk tot een zestal meter uit de oever. Een waadstok is hier zeker geen overbodige luxe.

Wat we ook proberen, snel strippen traag, vliegen wisselen, niets laat maar vermoeden dat hier vis aanwezig is. Toch blijf ik na anderhalf uur vissen en wat vertwijfeling geloven in deze stek. Johan en Benny zien het hier niet meer zitten en zijn ondertussen enkele honderden meters verder aan de slag. Een zwakke tik, vis jazeker een fractie later een hanger. Veel weerstand krijg ik niet, maar je kan natuurlijk niet verwachten dat een forelletje van nauwelijks 25 cm veel sport geeft aan een 7 hengel. Ook zulk formaat zeeforel komt voor en durft zich vergrijpen aan een zeeforelvlieg op haakmaat 6. Nog enkele kleine rukjes volgen en dan blijft het stil. Ik blijf op deze stek nog een kwartiertje doorvissen zonder resultaat, tot het moment ik besluit te verkassen plots een flinke ruk mijn hengel kromt dit is duidelijk een ander formaat vis en enkele tellen later laat ik een mooie veertiger in het landingsnet glijden. Dit geeft weer moed om op deze stek toch nog even door te gaan wat een goede keuze blijkt want tien minuutjes later sta ik weer met een gekromde hengel en kan ik een mooie zilveren zeeforel van 52 cm landen.

Mijn favoriete najaarsvlieg “Onschijnbare “ heeft zijn vangkracht weer eens bewezen, weliswaar in een wat groter formaat gebonden. Na een half uurtje doorvissen moet ik besluiten dat het feestje voorbij is. Even later komen Benny en Johan mij opnieuw vervoegen. Zij moesten jammer genoeg allebei “blanken”.

Ja zo zie je maar dat de vis vinden vaak de sleutel tot succes is en het verschil tussen vangen en blanken. Een goede waterkennis en observatie is ook bij het zeeforelvissen erg belangrijk al moet gezegd dat geluk en toeval natuurlijk ook meespeelt.

We besluiten s’anderdaags een nieuwe stek te verkennen op het schiereiland Føns. Na een stevige fietstocht en nog een pittige wandeling staan we bij de visstek. De weergoden zijn ook vandaag ons niet gunstig gezind, mist, windstil en rimpeloos glashelder water. Elke zeeforel is onder deze omstandigheden bijzonder op zijn hoede. Elke stap in het water bij het waden, een vliegenlijn die op het watervalt; hoe voorzichtig je het ook doet alles maakt op het gladde wateropervlak een herrie van jawelste. We waren dan ook niet verwonderd dat er in de verste verte geen zeeforel te bespeuren was laat staan dat er zich nog eentje aan de vlieg zou vergrijpen aan onze vliegen. Maar als je op wilde vis vist moet je dit kunnen aanvaarden, alhoewel de vertwijfeling soms toeslaat en we zoals de meesten zich dan afvragen: zijn we goed bezig, juiste vliegen, dunnere leaderpunt, …..? De weersomstandigheden hebben we helaas niet in de hand.

We zijn reeds dinsdag en vandaag willen we de stekken van de Gamborgfjord verkennen. De wind is lichtjes gedraait naar het NO, het zonnetje verstopt zich achter wat sluierbewolking. We waden voorzichtig door het glasheldere kniediepe water, waar garnalen en stekelbaarzen zich haastig uit de voeten maken en in paniek wegschieten. De bodem ziet er op het eerste gezicht niet echt zo aantrekkelijk uit voor zeeforel; grijze wat slibberige bodem met hier en daar wat donkere vlekken. Dit zijn de mosselbanken die we grondig zullen afvissen en potentiele hotspots zijn. Met succes blijkt want na een uurtje vissen heeft iedereen al genoten van zijn eerste vis. Benny wist zelfs na een spectaculaire dril een pracht van een zeeforel van 62 cm te landen. De troffee vis van de week blijkt later.

Het is de bedoeling deze week verschillende stekken te verkennen wat ons s’anderdaags bij een stek op Helnæs brengt. Ik vertel Benny en Johan dat ik hier mijn grootste zeeforel (74 cm) ooit ving, wat natuurlijk de verwachting doet toenemen. Links van de vuurtoren is er echter niet te vissen vanwege de vrij strakke NO wind. We besluiten het rechts van de vuurtoren te proberen waar we toch wat luwte hebben en het water toch voldoende beweegt door de uitdeinende golven.Vanop een dikke kei een tiental meter in het water kon Benny hier al snel met de Føns Terror een paar maatse zeeforellen landen. Ook bij mij lukt het aardig één gulletje en twee maatse forellen plus nog een paar missers. We waren hier duidelijk op de goede locatie en midden in de vis. Bij de ondergaande zon wordt het flink kouder, en toen ik Johan op een steen achter mij als een standbeeld en klappertandend zie zitten besluiten we warmere oorden op te zoeken.

Sønderby Klint, is een zeer mooie stek die we de dag nadien bezoeken. We hebben echter geen geluk, want bij aankomst blijkt onze stek reeds ingepalmt door een ganse horde Nederlandse vliegvissers. We moesten ons tevrede stellen met de stekken naast de “Klint” (Klif). Toen we de Deense vissers die even later toekomen dadelijk weer zagen afdruipen zonder te vissen wisten we eigenlijk reeds hoe laat het was. Resultaat die avond “Niets” De nederlanders wisten die avond een paar prachtvissen van naar schatting 60 cm te landen. Ja zo gaat dat nu eenmaal “eerste op beste gekleed”. Vrijdag, laatste visdag voor Johan en Benny. Zij hadden zich voor hun vertrek nog een spinuitrusting aangeschaft, voor in het geval dat het met de vlieg niet zou lukken vanwege de wind etc…. Ze besluiten die op de laatste dag toch nog boven de doopvont te houden en gaan in de Gamborgfjort aan de slag met een plug van behoorlijk formaat, 12 cm in de kleuren Blauw/zilver die er voor mij uitziet als een kleine haring. Goede keuze want als snel liet de eerste maatse zeeforel zich er aan strikken, wat voor hen toch een leuke afsluiter van de visvacantie is.

Wanneer we de ganse week overschouwen kunnen we niet klagen , prachtig weer, en het heerlijke gevoel van een bonkende zeeforel op onze vliegenhengel! Dat is het toch waar we ons 900 km voor verplaatsen

Mooi toch!

Foto’s & tekst François Stuckens