Uitzicht vanaf de top van Mount Snowdon

Snowdonia is een regio in het noorden van Wales en een nationaal park van ongeveer 2170 km². De regio dankt zijn naam aan mount Snowdon, met zijn 1085 meter de hoogste berg in Wales. Je vindt er spectaculaire berglandschappen, goede wandelpaden, idyllische en afgelegen dorpjes met gezellige pubs, kabbelende bergriviertjes, grote meren en … vis! Echt wilde bruine forel, zeeforel en Atlantische zalm meer bepaald.

Ergens in de lente van 2013 zag ik toevallig enkele filmpjes op Youtube van een lokale visser. De omgeving zag er prachtig uit en de plekken waar de man viste veelbelovend. Ik had nog geen vakantie gepland voor de zomer dus, een weekje Wales, waarom niet? Verlof vastgelegd in augustus en ik kon aan de voorbereiding beginnen.

Gezien ik nog weinig ervaring had met vliegvissen en natuurlijk omdat de streek me totaal onbekend was nam ik contact op met een lokale vliegvisgids,John Walker ( geen familie van de Schotse whisky blender). Hij is zelf Engelsman maar woont al jaren in Wales en kent Snowdonia als zijn broekzak. Na wat over en weer emailen kwamen we tot een afspraak dat hij me een halve dag zou gidsen voor £80.Dit lijkt op het eerste zicht veel geld maar uiteindelijk moet je het beschouwen als een investering. Je komt op korte tijd zoveel te weten en verliest geen kostbare vistijd met zoeken naar goeie spots.Gids was dus geregeld, vervolgens camping vastgelegd en ferry geboekt.

Heenreis

Maandagochtend 12 augustus vertrek ik dan richting Calais. Oversteek gaat vlot tot in Dover.

Bij het afrijden van de boot krijgt een douanier me in de gaten. Hij leidt me af naar opzij, doet me stoppen en doet teken om mijn raam te openen. Ik moet er verdacht uitgezien hebben want ondertussen worden honderd andere wagens gewoon doorgelaten.

–‘Good morning sir, where are you going?’
-‘Good morning, i’m going to Wales’ ik gebaar ondertussen naar het visgerief op de achterbank en koffer. ‘I’m going flyfishing’
-‘Where are you staying?

Ik denk, shit, hoe heet dat dorp en die camping nu weer? Die Welshe namen zijn onuitspreekbaar en niet te onthouden. Het schiet me dan toch te binnen:

-‘I’m staying at the ‘Cwellyn arms’ in a town called ‘Rhyd-ddu’ in North Wales.

… Stilte

-‘I can show you some papers if you want’ Ik reik naar het handschoenkastje met daarin de reservatie van de camping, maar voor ik de kans krijg de papieren boven te halen…
-‘That’s ok sir, enjoy your stay.’

Ik ben blij dat die beste douanier het niet nodig vond om mijn koffer binnenstebuiten te keren en vervolg mijn weg.

Volgende stap: ‘rod licence’ kopen in het postkantoor. Weer die vraag ‘Where are you staying?’ Blijkbaar hebben ze een verblijfadres in Groot Brittannië nodig om de rod license te kunnen uitschrijven. Adres wordt eerst niet herkend in de het computerbestand. Na een kwartier gesukkel sta ik toch eindelijk buiten met visvergunning op zak.

Ik kies er voor om via het zuiden door Wales te rijden en zo nog wat meer van het prachtige landschap te zien te krijgen. De wegen zijn op zijn zachts gezegd klein en smal. Echte autostrade heb je er nauwelijks. De snelste weg die mijn gps me aangeeft is op sommige plaatsen zo smal dat je niet met twee wagens langs mekaar kan passeren.

Op geregelde momenten denk ik echt dat mijn gps tilt is geslagen, dit kan toch niet de hoofdweg zijn naar het noorden? Blijkbaar wel… Echt beklagen doe ik het me niet want het uitzicht is prachtig.

Het is donker en laat als ik uiteindelijk arriveer in Rhyd-ddu. De pub waar ik moet zijn om in te checken voor de camping gaat bijna sluiten en de warme soep en brood die ik nog kan krijgen zijn meer dan welkom. Ik installeer me op de camping, zet mijn tent op in het donker en val dan als een blok in slaap.

De visserij

Volgende ochtend heb ik afspraak met mijn gids. Eerst de vergunning van de lokale visvereniging, de Seiont, Gwyrfai and Llyfni anglers’ society, ophalen in de Cwellyn Arms pub. Voor £20 per dag kan je vissen op 3 rivieren en een heleboel meren in de buurt.

Hij toont me eerst enkele van de Llyns ( meren) in de buurt. Aan te raden voor wilde bruine forel is Llyn Cwellyn. Er zit ook een populatie arctic char ( Salvelinus Alpinus) op het meer. Hier vang ik de eerste dag, vanaf de kant, een mooie wilde bruine forel van rond de 45 cm. Met een zwart/groene streamer, wat de lokale vissers daar blijkbaar nooit gebruiken. Ze vissen er vooral Loch style vanuit de boot.

Als je zeker wil zijn dat je vis vangt is Llyn Dywarchen waar je moet zijn.

Het zit steeds vol bijtgrage regenboogforellen omdat je alle vis boven de legal limit (elke vis die je vangt m.a.w.)onmiddellijk moet doden. Catch and release niet toegestaan. De limiet ligt op 4 vissen. Als je geluk hebt, of pech, het is maar hoe je het bekijkt, kan je dus erg snel uitgevist zijn daar. Op een dag ving ik er op een goed half uur 4 grote regenbogen. Eén kwam ’s avonds op de barbecue terecht, de andere drie zijn me ‘per ongeluk’ uit de handen geglipt net na het onthaken.

Als je uitgevist bent op Dywarchen kan je de rivier op trekken.

John toont me eerst de Llyfni, een erg klein maar idyllisch riviertje, hij toont een aantal goede spots en hoe de rivier te bereiken. Hier vissen we echter niet. We rijden door naar de Gwyrfai. Hij toont opnieuw een aantal goeie spots en nu gaan we aan het vissen… zonder succes. Geen enkele vis. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn werptechniek en dan vooral de rollcast wat te laten bijschaven.

Vervolgens trekken we naar de Seiont rivier.

In de wagen hebben we een interessante discussie over beheer van het visbestand in rivieren. Ik vertel over hoe goed de rivieren in de Eiffel wel beheerd worden, dat zoveel percent van het geïnde geld voor vergunningen aan uitzetting van vis besteed wordt. John heeft hier een andere kijk op. Volgens hem is een gezonde rivier in staat om een voldoende biomassa aan vis voort te brengen zonder menselijke tussenkomst. Daarnaast zou uitgezette vis ook de oorspronkelijke genetische stam van een specifieke rivier verdrijven. Dit kan misschien werken in dunbevolkte en afgelegen gebieden met erg lage visdruk, maar zeker niet bij ons in Wallonië en de Eiffel is mijn mening.

We hebben het ook over goede vliegen natuurlijk. Van de Double Leggs heeft hij nog niet gehoord dus doe ik hem er een cadeau.

Op de Seiont toont hij me een van zijn favoriete visplekken. Even lijkt het weer niets te worden maar dan merk ik een stijgende vis op aan de overkant onder wat overhangende takken. Op zijn aanraden bindt ik een rosse sedge aan. Ik ga behoedzaam de rivier in en nader tot binnen werpafstand. De vis stijgt nogmaals. Ik trek voldoende lijn uit mijn reel en begin te werpen. Ik mik zo’n anderhalve meter voor de vis. De vlieg landt goed, de drift is goed en de vis hapt. Ik sla aan maar… gemist.

Ik werp nogmaals, mijn lijn kletst als een zweep op het water en de vlieg valt recht op de kop van de vis. Ik denk dat ik het verknoeid heb maar mijn vlieg wordt razendsnel gepakt en even later heb ik een mooie bruine forel in mijn handen. Het is ongelooflijk hoe snel en hard zo’n wilde forel kan toeslaan.

Even later volgt een tweede, ook op de droge vlieg.

Ondertussen is het ver voorbij de middag, terwijl we terugkeren naar het dorp geeft John me nog wat tips voor goede spots in de buurt en dan nemen we afscheid. De rest van de dag vis ik nog op Lynn Cwellyn en Dywarchen.

Volgende dag staat de Gwyrfai opnieuw op het programma. Eens in het water merk ik al snel een kleine stijgende forel op even voorbij een bruggetje. Ik bindt een red tag droge vlieg aan, werp en hap… gemist. Nogmaals, en weer mis. De vis blijkt zo klein dat ze mijn vlieg nauwelijks binnen krijgt. Kleinere vliegen dan de redtag op haakmaat 14 heb ik niet bij, een beginnersfout.

Iets wat ik ondertussen geleerd heb, met dank aan Hubert Verbert, is dat het niet zo zeer belangrijk is om veel verschillende soorten vliegen mee te hebben op het water maar vooral vliegen in verschillende maten.

Ik probeer nog een paar keer maar tevergeefs. De vis heeft al lang door dat er iets niet pluis is.

Even verderop is een mooie langgerekte uitstroom met een grote pool achter. Dat lijkt veelbelovend. Ik hou het bij de redtag gezien ik hier al reactie op kreeg. Succes blijft niet uit, de ene na de andere aanbeet. Van de tien aanbeten in de pool slaag krijg ik er slechts 2 gehaakt. De vissen zijn erg klein, niet veel groter dan een cm of 12. Hoe klein ze ook mogen zijn zolang ik vis vang ben ik tevreden. Even verderop haak ik nog een vis (cm of 20) met een bruine klinkhamer.

Op naar de Seiont. Terwijl ik het water onderzoek op enige activiteit van vissen merk ik aan de overkant een man op die me gadeslaat. Hij roept iets in het Welsh.

Hi, how are you, sorry, I don’t speak Welsh.’ Antwoord ik.

De man blijkt lid te zijn de plaatselijke vliegvisclub en het gebouw waar hij bij staat hun clubhouse. Al snel wordt ik binnen uitgenodigd. Blijkbaar komen er niet zo veel buitenlanders vliegvissen op hun waters. Wel Engelsen, die ze min of meer als buitenlanders beschouwen en waar ze het niet zo op begrepen hebben.
Dit heeft voor een stuk te maken met het feit dat hun cultuur en taal in het verleden onderdrukt werd. Hoewel Wales zo goed als volledig ‘verengelst’ is hoor je vooral Snowdonia vaak nog Welsh praten. Tip: Leer ten minste een paar woordjes en dan schakelt zelfs de meest fanatieke Welshman graag over naar Engels.

Het is bijeenkomst van de club die avond, tegen een uur of 5 begint het club house vol te stromen. De meesten mannen op leeftijd. Iedereen geeft me tips over hoe en waar te vissen op zeeforel, ( Aan de monding van de Llyfni in Pontllyfni bvb) en iedereen biedt me zalm en zeeforel vliegen aan. Eén van hen merkt recht tegenover het clubhouse een zeeforel op die wacht om verder de rivier op te trekken wat de nodige opschudding veroorzaakt.

Even later is de vis weer verdwenen.

Ik neem afscheid en vis nog wat verder op de Seiont met enkele jongeren van de club.

De volgende dag besluit ik om het eens op zee te gaan proberen. De Menai Strait is een zee-engte tussen het vasteland van Wales en het eiland Anglesey. Vlakbij de Caernarfon Royal Town Golf club is een goeie plek voor zeebaars. Je kan er wadend in zee vissen. Naast mijn vliegenhengel heb ik ook mijn spinhengel mee dus ik koop wat kunstaas in de plaatselijke tackle shop in Caernarfon en vraag nog om wat tips: vissen bij opkomend tij en een sand eel imitatie doen het goed. Plaatselijke vissers gebruiken ook dikwijls de krabben die er welig tieren.

Ik vis een halve dag met 1 aanbeet als resultaat. Was het een zeebaars? Ik zal het nooit weten. De rest van de tijd verspeel ik nog wat kunstaas in het wier en hou het dan maar voor bekeken.

Het wordt stilaan tijd om terug te keren richting zuiden. Ik stop nog bij Dinas fishery bij Aberystwith, een stuwmeer waar ik bij zonsondergang nog een mooie regenboog aan de haak sla.

Volgende dag, volg ik de Wye rivier vanaf haar brongebied richting zuid-oosten.

Het water is ‘gin clear’ en lijkt helemaal levenloos. Ik draai wat rivierkeien om en zie geen tekenen van leven. Als er al vis zit heb ik ze in ieder geval niet gevangen. De omgeving levert wel wat mooie plaatjes op.

Mijn laatste stop is in Builth Wells aan de Wye. De Wye is hier reeds een uit de kluiten gewassen rivier en staat bekend om zijn goeie zalm runs. Ik onderneem een poging om een zalm te vangen met de vliegen die ik eerder kreeg maar het mag niet zijn. Ik ben het uur uit het oog verloren tijdens het vissen en moet me nog haasten om ’s avonds op tijd in Dover te raken voor mijn ferry.

Snowdonia is prachtig. En je kan er vis vangen, zelfs als absolute beginneling. Verwacht echter geen dagen van 20 of 30 vissen, daarvoor is het visbestand niet groot genoeg. Maar als je me vraagt of ik ooit terug wil, zonder twijfel…

Tekst & foto’s: Willem Verleysen

Links